Leopold Lippens – 30 jaar in citaten

Lippens Burgemeester

In 2009 breekt Leopold Lippens (67) een record.
Dan is de Graaf 30 jaar aan één stuk burgemeester van Knokke- Heist.
Een record dat tot vandaag op naam stond van... zijn vader Leon. 
Wij gingen graven in het dertig jarig burgemeesterschap van de excentrieke Lippens en pikten er zijn sappigste uitspraken uit.

Geboren op de keukentafel.

«Ik ben geboren in 1941, in volle oorlogstijd... op de keukentafel.
Dokter Dheyser kwam bij ons langs op een fiets zonder banden.
De Duitsers hadden alle caoutchouc gestolen.
Ik keek als kind op naar mijn grootvader Raymond.
Hij nam me als achtjarige mee door zijn tuin.
Hij was toen 94 jaar en zei me: kijk eens jongen, dat zijn toch prachtige bomen.
Nu zijn ze nog niet zo groot, maar binnen honderd jaar zullen dat schitterende eiken zijn.
Die uitspraak typeert onze familie. 
Hoewel mijn grootvader al zo oud was, keek hij altijd naar toekomst.»

Ik snap niks van de nationale politiek

«Ja. ik ben een Lippens-Lippens.
Mijn vader en moeder waren familie. 
Iedere honderd jaar consolideren we (lacht).

Veel mensen kennen mijn vader Leon als een natuurman. 
Hij ligt aan de basis van de Europese wetgeving rond vogelrichtlijnen.
Hij heeft zich ook erg ingezet voor het natuurdomein 't Zwin.
Dat is nu een formidabel gebied.
De rijkdom van Knokke-Heist is net die bescherming van de ruimte. 

Mijn vader heeft ook de partij Gemeentebelangen in 1947 in het leven geroepen.
Alle strekkingen waren 'na de Tweede Wereldoorlog erg actief.
Het werd een gevecht.
Vader bundelde de krachten en heeft Gemeentebelangen uitgebouwd.
Na de fusie in 1970 is de partij even verdwenen, maar met een enthousiaste groep mensen heb ik ze weer nieuw leven ingeblazen. 
Het is de sterkte van Knokke- Heist dat een groep van onafhankelijke mensen instaat voor het beleid. 
We zijn geen beroepspolitiekers.
Van nationale politiek snap ik trouwens momenteel niks. 
Ik lees zelfs geen kranten meer.
Hun systeem is voorbijgestreefd.»
Elke dag sta ik op met een fantastisch gevoel.
Als ik de gordijnen opentrek, denk ik: ik ben hier doodgelukkig

Boerengehucht knokke

«U zegt: de relatie Knokke-Heist en de familie Lippens is als 'love and marriage, horse and carriage, 
Ik kan u daarin volgen.
Onze familie heeft hier veel achtergelaten, heeft Knokke heropgebouwd na de oorlog.
Heist had destijds meer naam, net als Oostende en Blankenberge. 
In Knokke woonden amper 300 mensen.
Er waren drie wijken. Eigenlijk zijn we nog altijd een boerengehucht, gelukkig maar.»

De straatkeerders, de echte helden

«De straatkeerders zijn de echte helden van onze gemeente.
Zij verdienen het grootste respect, omdat ze de basis vormen van ons succes.
Een propere gemeente ziet er veilig uit en draait goed.
Ik zou niets zijn zonder het werk van die mensen.
Toen ik hier in 1970 aan de macht kwam, heb ik gezegd: we gaan een zekere fierheid teruggeven aan de mensen die hier werken.»

Moeder, een ongelooflijk persoon

«Of ik ook wat meegekregen heb van mijn moeder ?
Ze was de eerste vrouwelijke piloot in België die met een zweefvliegtuig vloog.
Ze heeft zelfs nog koning Albert vervoerd naar Knokke. 
Moeder was een ongelooflijk persoon.
Ze wist ook alles van bloemen en sterren. 
Wat ik van mijn ouders heb geleerd, is le don de l' émerveillement.
De gave om je te verwonderen.

De middenstand

«Hoe zou Knokke-Heist eruit zien zonder de familie Lippens? 
Onmogelijk te zeggen.
Allicht zoals de rest van de Belgische kust: helemaal volgebouwd.
Mijn neven hebben beroep gedaan op een superarchitect, zijnde Joseph Stübben.
Zijn masterplan wordt nu nog altijd gerespecteerd.
Hij wou geen rechte banen, witgeschilderde woningen, enfin, u kent ze. 
Niet de familie Lippens heeft Knokke-Heist gemaakt tot wat het nu is.
Daar heeft onze middenstand voor gezorgd.
Kijk naar onze winkels, hotels, restaurants.
De privé-investeerders zijn de sterkte van deze gemeente.
Een gemeente moet zelf niet te veel willen doen.
Wij konden ook duizend mensen tewerkstellen, maar dat is niet altijd nodig.»

Mensen vergeten snel

«Ik ben geen ja-knikker. nooit geweest.
Ik ben niet bang om standpunten in te nemen, maar niet zonder steun van mijn bestuur.

Ben ik een Tijl Uylenspiegel?
Dat was ongetwijfeld een leutige man die veel plezier heeft gehad in een plezierige tijd.
Ik probeer plezier te hebben in een moeilijke tijd.
En als ik vergissingen heb begaan. voel ik me niet te trots om die toe te geven.
Ik heb de wijsheid niet in pacht. 
Het zijn ezels die nooit van idee veranderen.
Of je dan gezichtsverlies lijdt ?
Pfff, na vier dagen rouwen, vergeten de mensen veel.

Leven in een droom

«Knokke heeft alle voordelen van een stad, zonder de nadelen.
Wij planten vijfduizend bomen en 45.000 bloemen per jaar.
Enkel en alleen om het nog aangenamer te maken.
We leven hier in een droom.
Vergelijk dat maar eens met andere landen in de wereld.»

Over de jeugd

«Ik ben er nu 67.
Van onze 36.000 inwoners zijn er 10.000 die ouder zijn dan 65 jaar. 
Ik hoor daar dus ook bij.
En toch wil ik in onze stad de jeugd niet verliezen.
Dat is een van de uitdagingen van de komende jaren.
Een stad die zijn jeugd verliest, gaat met tweehonderd per uur achteruit. 
We zullen voor de jongeren uitgaanspunten creëren en nieuw leven in de brouwerij brengen.
Uiteraard zonder voor overlast te zorgen. »

Asterix en de Galliërs

«Knokke vergelijk ik met Asterix en de Galliërs.
Wij zijn omringd door zeer jaloerse Romeinen, maar wij hebben de magische drank.
En die magie is dat we altijd gemikt hebben op kwaliteit, voor iedereen - voor de inwoners en eigenaars, vóor de tweede-verblijvers en voor de eendagstoeristen. 
Ik vecht voor ideeën, niet tegen mensen.
Wij als gemeentebestuur moeten er gewoon voor zorgen dat de stad veilig en netjes is, dat het hier netjes is, dat de rioleringen en het water in orde zijn en dat we een paar administratieve taken vervullen.
Knokke-Heist is in dat opzicht een minimumgemeente.
Pure Guido Gezelle,in vergelijking met San Francisco»'

Frigoboxtoeristen, nieuw woord

«De frigoboxhistorie ?
De pers heeft mij in 1990 verkeerd geïnterpreteerd.

Iedereen is welkom in Knokke. 
(In de zomer van 1990 streek Lippens heel wat mensen tegen de haren met een interview in het weekblad Panorama.
Hij spuwde zijn gal over te massa toeristen die in zijn gemeente 'mensen van kwaliteit komen aangapen '.
Waarna de roemrijke beschrijving volgde van mensen die voortaan door het leven zouden gaan als frigoboxtoeristen.
Zowat heel België stond op zijn achterste poten.) 
Ik 'word nog zelden herinnerd aan de uitspraken van achttien jaar geleden.
Soms wordt er nog eens om gelachen.
Ik had tenslotte een nieuw woord uitgevonden. »
Wie in Knokke woont is in vakantie in eigen land . . .

Elitair knokke

«Knokke, een elitaire kustgemeente? juist, maar elitarisme is synoniem voor proper, veilig, groen, fleurig, verkeersvrije straten, verkeersdrempels en ondergrondse parkings.
Het Zoute een ghetto?
Nonsens. Ik wil de andere duizenden die met mij hier wonen een ongehoorde levenskwaliteit bieden.

Over zijn reizen

«Ik reis graag, speel graag golf.
Dat kan ik vandaag allemaal combineren.
Dat is een voordeel van die moderne technologie.
Niemand weet nog waar je zit.
Soms bellen ze me in San Francisco over een kapot trottoir in Knokke.
Dan doe ik wat telefoons en een dag later is dat hersteld.
Niemand die er last van heeft dat ik zoiets van de andere kant van de wereld regel.
Een burgemeester hoeft niet in z'n zetel te zitten.
Hij moet denken en ideeën uitvoeren en vooral veel lachen samen met het schepencollege. 
Lachen is een deel van mijn levenspatroon.»