Ontstaan Albertstrand
Een beknopte weergave maken van de geschiedenis van het Casino is geen koud kunstje.
Niet dat dit historisch overzicht zo ingewikkeld is, maar het dient gesitueerd te worden in een veel ruimer kader, namelijk het ontstaan van het zgn. “Albertstrand”.
Tijdens de winter van 1921-1922 wordt de zeedijk die de gemeente Duinbergen met die van Knokke verbindt, over meer dan een vierde van zijn lengte door een geweldige storm vernield. Het verwoeste terrein, eigendom van de vennootschap “Knokke-Heist-Uitbreiding”, verliest zijn waarde en bijgevolg de belangstelling van de aandeelhouders.
In 1922 verwerft de Antwerpse senator en industrieel Joseph Nellens alle aandelen van de vennootschap en wordt eigenaar van een terrein van 220 hectaren, gelegen tussen Duinbergen en Knokke.
Om het bouwen aan te moedigen, zoekt de zakenman een breed zandstrand aan te leggen.
Hiervoor stelt hij het Ministerie van Openbare Werken voor de niet beschadigde delen van de dijk af te breken en 100 meter landinwaarts een nieuwe dijk te bouwen.
Hij staat ongeveer 20 ha af aan de Staat.
De dijkwerken lopen ten einde in 1925 en een nieuw strand ontstaat : het Albertstrand. De eerste fase is beëindigd.
Vervolgens, en na overeenkomst met de Gemeentelijk Overheid, besluit Joseph Nellens over te gaan tot het oprichten van een Casino.
Het Casino van Knokke kent een ingewikkelde bouwgeschiedenis, uitgaande van het wedstrijd- en definitief ontwerp van Léon Stynen, over de restauratie en aanpassingen door Stynen zelf -na de verwoestingen tijdens de Tweede Wereldoorlog-, heen, tot de latere verbouwing- en herinrichtingwerken.
In 1928 start Léon Stynen met de werktekeningen. Jozef Nellens duidt twee oudere vakgenoten aan om de nog jonge architect bij te staan bij de uitvoering, met name de Antwerpse bouwmeesters J. Van Hoenacker en F. Dens; toch houdt Léon Stynen de vrije hand in het concept.