Zwin telt 16 ooievaarsjongen.
De grote middelen werden ingezet voor het ringen van de ooievaars jongen van dit broedseizoen.
Om de hoge nesten te bereiken in het Zwin, moesten ladders en een hoogtewerker aangerukt worden.
De jaarlijkse ringbeurt van de jonge ooievaars is altijd een spannend moment, omdat dan duidelijk wordt hoeveel jongen hun eerste levensweken hebben overleefd.
Het is een goed ooievaar jaar geweest voor het Zwin, reageert conservator Kris Struyf opgelucht.
Dit jaar wordt een twintigtal ooievaarsnesten in het vogelpark van het Zwin bezet door broedende koppels. Maar niet alle koppels zorgen voor nakomelingen.
Bovendien is de sterfte van pasgeboren ooievaars meestal hoog.
Ooievaars maken graag hun nest op hoge gebouwen en in de toppen van dennen. Daarom is het steeds wachten op de ringactie, om te weten met hoeveel de oudste ooievaarskolonie van ons land is uitgebreid.
De jongen worden één voor één uit het nest gehaald en van een officiële identificatiering voorzien.
We hebben een achttal nesten met nakomelingen ontdekt. In totaal zijn er zestien jonge ooievaars geringd.
Op de Koninklijke Villa zijn er nesten met twee en drie jongen. Ook op de roofvogelkooi is er een nest met twee jongen aangetroffen.
Tevens zijn er telkens twee jonge ooievaars in twee boomnesten. Ook hebben we enkele andere koppels met één jong aangetroffen.
Na afloop van de ringactie bleek dat conservator Struyf geen reden tot klagen had.
Met zestien jongen, vijf meer dan vorig jaar, is de ooievaarskolonie van het Zwin opnieuw aanzienlijk uitgebreid.
Dit in tegenstelling tot de kolonie van Planckendael, waar slechts de helft van het normale aantal jonge ooievaars geteld is.
In dierenpark Planckendael bij Mechelen wijt men die sterfte aan de regen en koude van mei. Het is misschien een zeer plaatselijk fenomeen geweest.
We hebben hier waarschijnlijk niet veel van die hevige stortbuien gehad, denkt Kris Struyf.