Geen vrijspraak, maar ook geen straf voor beruchte tafelschuimster

Datum

De beruchte tafelschuimster Nadine W. (49) heeft vrijdagmorgen in de Brugse rechtbank de opschorting van straf gekregen voor twee onbetaalde rekeningen in Knokke.
De rechter ging niet in op de vraag van de verdediging om de vrouw vrij te spreken.
“Er is geen uitsluitsel of de beklaagde volledig ontoerekeningsvatbaar is of niet.”
Nadine W. (49) pleegde sinds december 2018 feiten aan de lopende band.
Maandenlang heerste discussie over de toerekeningsvatbaarheid van de tafelschuimster.
In het najaar stelde de correctionele rechtbank in Gent eindelijk een psychiater aan om de vrouw te onderzoeken.
De deskundige oordeelde dat de geestesstoornis het oordeelsvermogen van de beklaagde teniet heeft gedaan óf ernstig heeft aangetast.
De rechtbank stelde enkele maanden geleden een dossier rond twee feiten van afzetterij in Knokke uit in afwachting van het bewuste verslag.
Peter Gonnissen, de advocaat van Nadine W.,  vroeg op basis van het document de vrijspraak. Volgens de verdediging is de tafelschuimster ontoerekeningsvatbaar en dus niet verantwoordelijk voor haar daden.
De rechtbank interpreteerde het deskundigenverslag vrijdagmorgen enigszins anders.
Om vrijgesproken te kunnen worden, stelt de wet dat iemand over de ganse lijn ontoerekeningsvatbaar moet worden verklaard.
Het psychiatrisch verslag over W. maakt daarover een belangrijke nuance. 
“Er is geen uitsluitsel of de beklaagde volledig ontoerekeningsvatbaar is of niet”, oordeelde de rechter.
Hij sprak W. bijgevolg niet vrij, maar hield wel rekening met haar ernstige psychiatrische problematiek.
De tafelschuimster kreeg de opschorting van straf.
Dat betekent dat de feiten bewezen werden verklaard, maar W. daarvoor geen straf kreeg opgelegd.

Verzet
Net zoals de voorbije weken tekende de verdediging op dezelfde zitting ook opnieuw verzet aan tegen een vonnis, waarin Nadine W. bij verstek werd veroordeeld.
De vrouw liep intussen al meer dan 7 jaar cel op.
Volgens het openbaar ministerie werd het verzet te laat aangetekend en is het bijgevolg onontvankelijk.
De verdediging is daar niet mee akkoord en drong opnieuw aan op een vrijspraak.
“Mijn cliënte wist niet wat ze ondertekende, toen ze het vonnis ontving”, stelde haar advocaat. “Bovendien werd haar niet uitgelegd wat haar rechtsmiddelen waren.”
In het verzetsdossier doet de rechtbank op 21 februari uitspraak.