West-Vlaanderen ziet coronacijfers plots het hardst stijgen: wat is er aan de hand?

Datum

In geen enkele provincie klimmen de coronacijfers zo snel als in West-Vlaanderen.
Heeft dat te maken met grensarbeid? Dagjestoeristen? Studentenverkeer?
Niemand kan het zeggen.
Intussen geven huisartsen aan dat ze het bijna niet meer gebolwerkt krijgen. “Dit is waanzin.”

Om zeven uur ’s ochtends staat de telefoon bij De Piramide al roodgloeiend.
Dat houdt aan tot het eerstelijnsgezondheidscentrum om zeven uur ’s avonds weer sluit.
“Ik heb onnoembaar veel respect voor de mensen aan ons onthaal", zegt huisarts Stéphanie De Maesschalck. Al doet ze het zelf ook niet bepaald rustig aan.
Het is ook voor haar, zoals bij veel collega-artsen, pompen of verzuipen.
“Het is waanzin, deze tweede golf.
Dit valt helemaal niet te vergelijken met wat we in maart, april en mei hebben meegemaakt.
Het is veel, veel zwaarder.”

De Maesschalck heeft het niet alleen over de hoeveelheid testen die ze bij mensen met coronaklachten uitvoert.
“Dat is maar een techniekje. Het is vooral het bijkomende werk, dat veel van ons vergt.
De administratieve rompslomp, het uitschrijven van attesten, het toelichten van de maatregelen.
Dat komt bovenop de gewone consultaties, de vragen om een griepprik, de gewone najaar virussen en de steeds talrijker wordende psychische klachten.
Ja, veel zorgverleners zijn aan het eind van hun Latijn, denk ik. En het is nog maar oktober.”

De Maesschalk spreekt vanuit het donkerrode Menen.
De afgelopen veertien dagen zijn daar 402 besmettingen bij gekomen.
Daarmee zijn ze de zwaarst getroffen stad in West-Vlaanderen.

Reproductiegetal: 1,67

De provincie zelf doet het ook niet goed.
Het coronavirus blijkt nu nergens anders in ons land zo snel om zich heen te grijpen als daar.
In de week van 13 tot 19 oktober steeg het reproductiegetal – de mate waarin zieke personen anderen besmetten – in West-Vlaanderen naar 1,67.
Dat wil zeggen dat 100 mensen 167 anderen besmetten.
Het geldt als het hoogste r-getal in ons land. In andere provincies schommelt het tussen de 1 en 1,5.

En dat toont zich ook in het aantal besmettingen.
In de week van 10 tot 16 oktober werden in West-Vlaanderen 3.724 gevallen vastgesteld, goed voor een stijging met 128 procent in vergelijking met de zeven dagen daarvoor.

Wat is er aan de hand?
Op die vraag is er geen voor de hand liggend of eenduidig antwoord, stelt het Agentschap Zorg en Gezondheid, dat met het bronnenonderzoek in Vlaanderen belast is.
“Het gaat hier om een algemeen verspreiden van het virus zoals we dat in heel het land zien”, stelt woordvoerder Joris Moonens.
Er mogen dan wel een aantal clusters zijn in woonzorgcentra en sportclubs.
“Dit is niet iets wat West-Vlaanderen onderscheidt van andere provincies.”

Ook gouverneur Carl Decaluwé heeft het over een veelheid van factoren.
“Er is geen rode raad, zoals in Wingene.”
Daar ontdekten ze dat het virus vooral via het sociale weefsel circuleerde.
De burgemeester besloot het verenigingsleven en alle evenementen twee weken stil te leggen.
“Maar een gelijkaardig iets zien we niet in de rest van de provincie.
Het is varen in de mist”, zegt Decaluwé.

In West-Vlaanderen vragen sommigen zich af of het niet aan de communiefeesten kan liggen, die een aantal weken geleden ingehaald werden.
“Geen idee”, haalt de gouverneur de schouders op.
“We mogen dan een katholieke provincie genoemd worden, ik weet echt niet of zich dat daarin vertaald kan hebben.”
De cijfers per leeftijdscategorie tonen in elk geval niet opvallend veel besmettingen bij jonge mensen.
Het treft vooral de actieve volwassenen, tussen twintig en vijftig. 

Keuze